Methodes

Methodes gericht op NT2-leerlingen

 

Er zijn veel taalmethodes beschikbaar in Nederland. Al deze methodes richten zich op de ontwikkeling van leerlingen. Het is de bedoeling dat de leerling zich op alle facetten van het taalonderwijs ontwikkeld. Maar wat als Nederlands niet de eerste taal is, sluit de methode dan ook goed aan? Wij hebben onderzoek naar vijf methodes die zich richten op NT2-leerlingen gedaan. Deze methodes hebben wij beschreven en met elkaar vergeleken.

Bij sommige methodes hebben wij niet alle gegevens gehad om deze helemaal uit te werken. Voor vragen over methodes adviseren wij u contact op te nemen met de uitgeverij.

Methode Piramide
Doel Stimuleren taalontwikkeling, voorkomen dat leerlingen een te grote taalachterstand oplopen, een individueel programma wat de interesse van leerlingen blijft wekken en individuele hulp aan leerlingen biedt.
Doelgroep 0 t/m 7 jaar
Ouders Er worden middelen geboden om ouders bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken. Een lijst met basisbegrippen in meerdere talen en brochures.
Leerlingvolgsysteem Wordt door de methode geboden.
Materialen Volgens de uitgever worden alle benodigde materialen voor de lessen aangeboden. In de projectboeken staan activiteiten, toepassingen, ideeen, spelletjes, liedjes en suggesties voor de inrichting van hoeken. Ook is er nog aanvullend materiaal zoals dagritmekaarten, speelwerkbord, praatplaat, liedjes, cd's en ontwikkelingsmateriaal.
Bijzonderheden Piramide werkt volgens vier vaste stappen: orienteren, demonstreren, verbreden en verdiepen. De methode is verder gericht op acht ontwikkelingsgebieden (persoonlijkheisontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling, kunstzinnige ontwikkeling, ontwikkeling van de waarneming, denkontwikkeling en ontwikkeling van het rekenen, taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven en orientatie en ruimte, tijd en wereldverkenning) van de leerlingen.
Bron (Leseman, Roelof & Veen, 2000)
Methode Kaleidoscoop
Doel Brede ontwikkeling van de leerling met speciale aandacht voor de taalontwikkeling.
Doelgroep Geschikt voor leerlingen van 0 t/m 13 jaar.
Ouders Kaleidoscoop beschouwt ouders als partner, die ook welkom zijn in de groep. Leerkrachten overleggen regelmatig met de ouders over het kind. Er worden ouderbijeenkomsten opgezet waarin men met elkaar spreekt over wat de leerlingen leren en waarom dat belangrijk is.
Leerlingvolgsysteem Observaties zijn belangrijk. Door te observeren wordt er geregistreerd in het kind observatieregister. Aan de hand van deze gegevens worden er oudergesprekken gevoerd.
Materialen Handboeken 'actief leren', ideeënboeken en werkboeken met meerdere dvd's die beroepskrachten ondersteunen bij het werken bij het programma. Ook zijn er folders beschikbaar voor diverse doelgroepen.
Wat ontbreekt Leerlingvolgsysteem.
Bijzonderheden De methode richt zich op een uitdagende leeromgeving, speluitbreiding, praten met de leerlingen over wat zij aan het doen zijn en helpen om problemen zelf op te lossen. Het is afgeleid van het Amerikaanse High-Scope programma. Kaleidoscoop biedt veel aandacht aan de inrichting en aankleding van het lokaal. De ruimte is ingedeeld in hoeken, zoals het huis en de bouwplaats. De materialen dagen de kinderen uit tot spel en samenspel. De leeromgeving en het materiaal zijn voorzien van labels in de vorm van tekeningen, foto's, pictogrammen of woorden. Zo kunnen de kinderen de materialen gemakkelijk pakken en weer opruimen.
Bron (NJI, z.d.). Onderwijsconsument (2014).
Methode Ik en Ko
Doel De methode richt zich op de brede ontwikkeling van kleuters en de nadruk ligt op de taalontwikkeling.
Doelgroep Kleuters.
Ouders Via de school kunnen ouders materialen in bruikleen nemen, zoals een audo-cd waarmee ouders met hun kind activiteiten kunnen doen. Ik & Ko heeft voor ouders boekjes beschikbaar in het Nederlands, Turks, Marrokaans-Arabisch, Tarifit, Papiaments.
Leerlingvolgsysteem Er is een observatielijst beschikbaar.
Materialen Algemene handleiding (met observatielijst), twee opbergbanden met drie themahandleidingen met drie thema's, een kopieerboek, vijf prentenboeken, spelletjes, zes knieboeken, twee audio-c'd's en een pop 'Ko'.
Wat ontbreekt Eigen invulling aan materialen bij bepaalde thema's.
Bijzonderheden Er wordt gewerkt met tien verschillende thema's. Er zijn themahandleidingen aanwezig. Binnen het thema hangen de activiteiten nauw met elkaar samen. De leerkracht kan zelf bepalen wanneer er een thema aan bod komt.
Bron (Ik & Ko, 2013)
Methode Zien is snappen
Doel De auteurs van het boek willen graag dat de leerkrachten een manier aangereikt krijgen om NT2-leerlingen meer Nederlands te onderwijzen. De lessen uit de handleiding kosten niet veel tijd om aan te bieden. Door de visuele aspecten worden veel meer taalafspraken duidelijk en doordat de anderstalige leerlingen dit reeds vanaf groep één structureel aangeboden zouden kunnen krijgen, leren ze meer en preciezer Nederlands. De leerlingen krijgen meer grip op hun Nederlands taalverwervingsproces.
Doelgroep Groep 1 t/m 4. De doelgroep zijn voornamelijk NT2-leerlingen maar de handleiding is ook te gebruiken bij Nederlandstalige leerlingen.
Ouders De methode besteedt geen aandacht aan ouders.
Leerlingvolgsysteem Er is geen leerlingvolgsysteem aanwezig. Wel geeft de handleiding verschillende stadia in taalverwerving van het Nederlands (NT2-stadia) aan. Met behulp van deze stadia kan de leerkracht zicht krijgen op de taalontwikkeling van zijn leerlingen. De leerkracht kan hiermee ook bekijken of de leerling gevorderd is met zijn ontwikkeling. In de handleiding wordt aangegeven hoe een leekracht dit het beste kan onderzoeken.
Materialen Handleiding met kleurenfoto's van de lessen uit de praktijk en van de materialen. Eerst wordt er een algemene omschrijving gegeven van een taalverschijnsel. Vervolgens volgt er een omschrijving van lessen voor één groep, soms voor tweee groepen en soms voor meerdere groepen tegelijk. Aan het einde van het boek staat een overzicht van coöperatieve leerstrategieën, een overzicht van lesonderwerpen, een groepsoverzicht van de lesonderwerpen, gebruikte termen en literatuur. Ook is er een cd bijgevoegd. Op deze cd staan voorbeelden om te laten zien op het digitale schoolbord en allerlei afbeeldingen die afgedrukt kunnen worden. De leerkracht moet zelf nog materialen toevoegen dit zijn bijvoorbeeld dozen, kaartjes of kopieën en voorwerpen.
Wat ontbreekt Veel materialen voor de lessen ontbreken. De leerkracht moet deze materialen zelf toevoegen. Bij iedere les staat aangegeven welke materialen de leerkracht nog moet toevoegen aan de les.
Bijzonderheden De methode is te gebruiken voor individuele leerlingen. Het is te gebruiken naast elke andere moedertaalmethode en zaakvakmethode. Er wordt een tweedaagse cursus aangeboden om de werkwijze van deze methode te leren. De onderwerpen die besproken worden zijn: lidwoord en zelfstandig naamwoord, zinnen, aanwijzend voornaamwoord, zelfstandig naamwoord, verkleinwoord, samenstelling, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, jokerwoorden (verwijzende functiewoorden) en klank en letter. De methode maakt veel gebruik van coöperatieve leerstrategieën. Er bevindt zich een volledig overzicht van deze coöperatieve leerstrategieën in het boek.
Bron (Wat en hoe, z.d.) (Bazalt, 2013)

Maak jouw eigen website met JouwWeb